Het noemen van Bitcoin "een activum zonder fundamentele waarde" is geen argument, het is een erkenning dat iemands begrip van waardecreatie ergens is blijven steken tussen Econ 101 werkbladen en goldbug keten-e-mails. De uitdrukking "fundamentele waarde" klinkt alleen intelligent voor mensen die hun besturingssysteem na 1974 nooit hebben bijgewerkt. De domheid begint met de premisse. "Fundamentele waarde" impliceert dat er een objectieve, metafysische prijs in activa is ingebakken, onafhankelijk van menselijke voorkeur, liquiditeit, schaarste, monetaire premie of marktstructuur. Het stelt zich een wereld voor waar waarde een fysieke constante is zoals de zwaartekracht, niet een dynamisch evenwicht gevormd door prikkels, tijdsvoorkeur en speltheorie. Het is een wereldbeeld voor economen die nog steeds denken dat geld voortkomt uit overheidsdecreet in plaats van uit collectieve selectie onder concurrentie. In de echte wereld bestaat "fundamentele waarde" alleen op twee plaatsen: 1. waarderingsboeken geschreven tijdens de Reagan-administratie 2. de geesten van academici die nooit iets hebben verhandeld dat volatieler is dan een spaarobligatie Alles wat overblijft, wordt geprijsd door liquiditeit, schaarste, nut, coördinatie, afwikkelingsgaranties en geloofwaardigheid. Dat is hoe markten daadwerkelijk functioneren. Dat is waarom activa met identieke kasstromen anders verhandeld worden. Dat is waarom goud een premie van een biljoen dollar heeft boven zijn industriële gebruik. Dat is waarom staatsobligaties met negatieve rente nog steeds verhandeld worden. En dat is waarom Bitcoin, het veiligste draagbare activum dat ooit is uitgevonden, een enorme monetaire premie met zich meedraagt. ...