Populaire onderwerpen
#
Bonk Eco continues to show strength amid $USELESS rally
#
Pump.fun to raise $1B token sale, traders speculating on airdrop
#
Boop.Fun leading the way with a new launchpad on Solana.
In de 9e klas, terwijl we over de Grondwet leerden, bespraken we het onderwerp "voorafgaande beperking" van de pers, net na de Pentagon Papers SC-zaak. Het verschil tussen de EU en de VS in dit opzicht is behoorlijk belangrijk in het licht van de huidige discussies.
Grok samenvatting van voorafgaande beperking, zowel vrijwillig als verplicht:
**VS-aanpak (Eerste Amendement)**: Voorafgaande beperking is vermoedelijk ongrondwettelijk en heeft een "zware presumption tegen de grondwettelijke geldigheid." Het is bijna nooit toegestaan, met slechts extreem smalle uitzonderingen (bijv. troepenbewegingen in oorlogstijd, obsceniteit of aanzet tot geweld die een duidelijke en onmiddellijke bedreiging vormen). Rechtbanken geven overwegend de voorkeur aan remedies na publicatie (schadevergoeding of strafrechtelijke sancties) boven censuur vóór publicatie. Zaken zoals *Near v. Minnesota* (1931) en *New York Times v. United States* (Pentagon Papers, 1971) hebben deze bijna absolute barrière vastgesteld.
**EU/ECHR-aanpak (Artikel 10 ECHR & Artikel 11 EU-Handvest)**: Voorafgaande beperkingen zijn op zich niet verboden, maar worden onderworpen aan de "meest zorgvuldige controle" vanwege hun inherente gevaren en het verstikkende effect op de pers. Ze zijn alleen toegestaan als ze strikt bij wet zijn voorgeschreven, een legitiem doel nastreven (bijv. nationale veiligheid, privacy, reputatie, openbare veiligheid) en noodzakelijk en proportioneel zijn in een democratische samenleving. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft herhaaldelijk bevestigd dat voorafgaande beperkingen uitzonderlijke rechtvaardiging vereisen, maar niet categorisch ongeldig zijn (bijv. *Observer and Guardian v. VK* (Spycatcher-zaak, 1991)).
**Praktisch resultaat**: Europese rechtbanken (inclusief in het VK voor en na de Brexit, en in de EU-lidstaten) verlenen routinematig voorlopige maatregelen om publicatie te blokkeren in privacy-(*Von Hannover v. Duitsland*), laster- of vertrouwelijkheidszaken. Amerikaanse rechtbanken doen dit bijna nooit, en beschouwen voorafgaande beperking als erger dan enige schade door publicatie.
**Vrijwillige beperking**: Beide systemen staan vrijwillige zelfcensuur of overeenkomsten om niet te publiceren toe (bijv. schikkingen of off-the-record afspraken), maar Europa heeft meer geïnstitutionaliseerde vrijwillige mechanismen (bijv. VK DA-Notices of perssamenwerking met autoriteiten over nationale veiligheid), terwijl de Amerikaanse pers eerder geneigd is om vrijwillige overheidsverzoeken te weerstaan vanwege de sterke culturele en juridische afkeer van enige interferentie vóór publicatie.
Over het algemeen beschouwt de VS voorafgaande beperking (verplicht of aangemoedigd) als een anathema voor vrije expressie; de EU beschouwt het als een legitiem maar zwaar gecontroleerd instrument wanneer rechten moeten worden afgewogen.




Boven
Positie
Favorieten

