Als patriarchaat echt slecht is, waarom heeft bijna elke beschaving het dan ontwikkeld? Patriarchaat was niet iets dat mannen willekeurig uitvonden. Het groeide voort uit biologie, constante gevaren, oorlog en de noodzaak om te overleven. In de loop van de tijd werd het onderdeel van de cultuur omdat het werkte. Niet omdat het perfect of eerlijk was, maar omdat het samenlevingen in leven hield. Overleven bevoordeelde patriarchaat. Mannen en vrouwen evolueerden met verschillende sterke punten. Mannen zijn over het algemeen gebouwd voor risico, bescherming, competitie en fysieke confrontatie. Vrouwen zijn over het algemeen gebouwd voor empathie, zorg, binding en het behouden van leven. Testosteron duwt mannen naar competitie en risico. Oxytocine duwt vrouwen naar verbinding en verzorging. In een gevaarlijke wereld overleefden samenlevingen die hun sterkste leden aan de frontlinies plaatsten. Samenlevingen die dat niet deden, werden uitgeroeid. Structuur ging nooit om eerlijkheid - het ging om functie. Waarom niet matriarchaat? Sommige matriarchale of vredige tribale samenlevingen bestonden. Maar de geschiedenis toont aan dat velen van hen snel werden veroverd. Moraliteit alleen beschermt een samenleving niet. Muren, kracht en macht doen dat wel. Overleven wordt bepaald door kracht, niet door intenties. Sommige vrouwen kunnen leiden, maar velen willen dat niet. Leiderschap is zwaar, stressvol en gevaarlijk. Biologie heeft mannen uitgerust met eigenschappen die beter met die last om kunnen gaan: fysieke kracht, veerkracht onder druk, emotionele compartmentalisatie en een grotere neiging naar logica boven emotie. Dat betekent niet dat patriarchaat perfect is. Het betekent dat het overleefde omdat het werkte.