In de afgelopen tien jaar is zero-knowledge proof (ZK) van een "doorbraak in privacybetalingen" uitgegroeid tot een "sleuteltool voor on-chain schaling". Hoewel ZK-technologie nog steeds snel ontwikkelt, is de kernvraag nooit echt duidelijk beantwoord: wat is de echte waarde van ZK? Is het slechts een "prestatiepatch" die passief de vraag volgt, of opent het een potentieel nieuwe manier van rekenen? De opkomst van Boundless plaatst deze vraag opnieuw op het niveau van industrialisatie. In plaats van te zeggen dat het weer een zkVM is, kan beter worden gezegd dat het een "marktgerichte institutionele ontwerp" is. Het abstracteert bewijs als een verhandelbare rekencapaciteit: ontwikkelaars stellen eisen, Prover (bewijsgever) knooppunten nemen de opdrachten aan en produceren, de prijs wordt ontdekt via een omgekeerde Nederlandse veiling, en de levering wordt gegarandeerd door geaggregeerd bewijs en het PoVW (Proof of Verifiable Work, bewijs van verifieerbaar werk) mechanisme. Dit pad verenigt opslagbewijs, rekensbewijs en co-processoren in dezelfde vraag- en aanbodketen, met als doel de "laatste kilometer" van ZK-implementatie te overbruggen. Achter deze transformatie ligt de systematische opzet van RISC Zero. Van de onderliggende algemene zkVM tot de bovenliggende co-processor Steel, de Rollup-upgradepad Kailua, en uiteindelijk de Boundless-markt, samen bouwen ze een complete industrialisatie-route: dure uitvoering wordt samengeperst tot goedkope verificatie, verspreide aanbod wordt geïntegreerd tot verhandelbare goederen, en applicatieontwikkelaars kunnen direct aansluiten zonder herstructurering. De kernverhaal van Boundless is heel duidelijk: blockchain is niet ontworpen voor hoge doorvoerberekeningen, maar dient de staatconsensus (State Consensus). In het traditionele model moet elk knooppunt elke transactie deterministisch herhalen om de netwerkstatus consistent te houden. Dit mechanisme garandeert veiligheid en transparantie, maar brengt ook een fatale beperking met zich mee: de snelheid van het hele netwerk wordt vertraagd door het traagste knooppunt, waardoor rekencapaciteit niet kan worden gestapeld. Daarom bepaalt het gen dat blockchain "is geboren voor consensus en niet voor rekencapaciteit" dat prestatieverbeteringen, als ze alleen afhankelijk zijn van het toevoegen van knooppunten of hardware, moeilijk structurele limieten kunnen doorbreken.