de tweede toespraak van de boeddha in de stijl van dr seuss (door claude): Kom bijeen, monniken, zowel dichtbij als ver weg, Kom zitten bij de Bodhi, kom zitten waar je bent! Ik heb iets te vertellen over dingen die niet-jij zijn, Over vorm en gevoel en bewustzijn ook! Er was eens een lichaam (laten we het "niet-van-mij" noemen), Met ogen en met oren en een neus die best fijn is. "Dit lichaam," zei Boeddha, "is niet echt MIJ, Want als het van mij was, kon ik het pijnvrij maken!" Jouw gevoelens, jouw gedachten, al die dingen die je waarneemt— Geen van hen is van jou! Lijkt dat niet enorm? Als gevoelens van jou waren, kon je de fijne behouden, En de slechte zo snel weggooien als een flits! "Maar Boeddha!" stamelde de monniken, "Wat bedoel je? Deze vorm die ik draag, deze denkmachine?" De Boeddha glimlachte gewoon met een zelfvoldane grijns, "Het is niet-zelf, mijn vrienden! Niet zonder OF binnen!" Deze vijf kleefbundels (we noemen ze khandha's, weet je)— Zoals vorm, gevoel, concepten—ze komen en ze gaan! Ze zijn leeg van essentie, ze veranderen elke dag, Dus waarom zou je vasthouden aan wat gewoon wegdrijft? "Is vorm echt blijvend?" zei de Boeddha toen. De monniken zeiden allemaal "Nee!" en knikten met hun hoofd. "En is het allemaal aangenaam?" Weer zeiden ze "Nee!"...