Een nieuwe doorbraak van CERN heeft mogelijk eindelijk onthuld waarom iets bestaat. In een baanbrekend experiment bij CERN's Large Hadron Collider hebben natuurkundigen een zeldzame onevenwichtigheid waargenomen in de manier waarop materie en antimaterie zich gedragen—wat een mogelijke aanwijzing biedt voor een van de grootste mysteries in de wetenschap: waarom het universum überhaupt bestaat. Dit fenomeen, dat schending van lading-pariteit (CP) wordt genoemd, werd gedetecteerd in baryonen—deeltjes zoals protonen en neutronen die de bulk van materie vormen. Door 80.000 vervalprocessen van een deeltje dat bekend staat als het lambda-beauty baryon te analyseren, ontdekten onderzoekers dat het antimaterie-tegenhanger net iets anders vervalt—ongeveer 2,5%—een statistisch significante afwijking met slechts 1 op de 10 miljoen kans dat het een toevalstreffer is. Waarom is dat belangrijk? Op het moment van de Big Bang zouden materie en antimaterie in gelijke hoeveelheden moeten zijn gecreëerd en elkaar volledig hebben vernietigd, waardoor er een levenloos universum achterbleef. Maar dat gebeurde niet. Een kleine onevenwichtigheid gaf de voorkeur aan materie, en dat microscopische verschil maakte het mogelijk dat sterren, planeten en leven konden ontstaan. Tot nu toe was CP-schending alleen gedetecteerd in mesonen, die geen deel uitmaken van gewone materie. Dit is de eerste keer dat een dergelijke asymmetrie is gevonden in baryonen—de deeltjes die onze fysieke realiteit vormen—waardoor wetenschappers een stap dichter bij het begrijpen komen hoe alles wat we weten heeft weten te overleven. Bron: Waarneming van de schending van lading-pariteit symmetrie in baryonverval. Nature, 2025.