Duizenden mensen zijn de straat op gegaan in Teheran voor een tweede opeenvolgende dag van protesten. In de hoofdstad van Iran hebben kooplieden en winkeleigenaren straten geblokkeerd en demonstraties gehouden. Op maandag sloten velen ook hun winkels en riepen ze Iraniërs op om deel te nemen aan een staking, vertelden ooggetuigen aan de Associated Press. De belangrijkste oorzaak van de onrust is de ineenstorting van de Iraanse munt. Op 28 december viel de rial naar een recordlaagte van 1,42 miljoen per Amerikaanse dollar. De stijgende inflatie heeft de kosten van basisgoederen scherp opgedreven: de voedselprijzen zijn het afgelopen jaar met 72% gestegen, terwijl de prijzen van medicijnen met 50% zijn gestegen. Protesteerders werden gehoord die leuzen scandeerden die om de terugkeer van de sjah vroegen. Volgens berichten ter plaatse hebben delen van de Grote Bazaar van Teheran zich bij de staking aangesloten. De veiligheidsdiensten reageerden door traangas en waterkanonnen tegen de demonstranten te gebruiken. De plaatsvervangende minister van Binnenlandse Zaken, Ali Akbar Pourjamshidian, bagatelliseerde de ineenstorting van de munt en schreef deze toe aan psychologische factoren, en drong er bij het publiek op aan om waakzaam, geduldig en coöperatief te blijven, en waarschuwde tegen wat hij beschreef als "vijandelijke aanstichting." De Iraanse autoriteiten hebben ook gewaarschuwd dat iedereen die deelneemt aan straatprotesten vervolgd zal worden. "Degenen die deze waarschuwingen negeren, moeten consequent worden achtervolgd en bestraft door de bevoegde autoriteiten," zei de hoofd van de rechterlijke macht, Gholamhossein Mohseni Ejei.