Fonologie: "Laten we eens kijken, dit woord is gemaakt van de letters C, A en T. Cuh-ah-t. Kat! Het woord is 'kat'! Ik heb dat woord hardop gehoord en ik weet wat een kat is, dus nu weet ik hoe ik het moet spellen! Dit is intuïtief!" Hoe ze nu lezen onderwijzen: "Raad gewoon het woord, sukkel."