Europa is als een man wiens dokter hem 30 jaar geleden vertelde dat hij kanker had, een kleine, vroegtijdige tumor die verwijderd moest worden. De man negeerde de waarschuwing, zelfs de dokter als een oplichter bespotten. De dokter legde de symptomen en de gevolgen van verwaarlozing uit, maar de man volhardde dat het geen kanker was, het was spier, iets dat hem sterker maakte. Nu sterft de man. Fase vier. De dokters hebben opgegeven, wetende dat alleen brute, hopeloze chemotherapie overblijft. En vandaag groeit er een andere tumor in het lichaam van Amerika. Dezelfde kanker die Europa teisterde. Toch, in plaats van ervan te leren, vervloekt de man de dokter opnieuw, noemt hem hatelijk, bevooroordeeld en paranoïde voor het diagnosticeren van de ziekte. Het feit dat de man bang is om de waarheid onder ogen te zien en kiest voor optimisme maakt de kanker niet verdwenen, en het verandert de dragers van slecht nieuws, de dokters, niet in hatelijke bevooroordeelden.